Fez
vrijdag 15 februari 2019
We reden die ochtend vier uur in zuidelijke richting. We reden door loofbossen met brutale aapjes, slalomden door het atlasgebergte waar het sneeuw op de bergen vocht tegen de hoogstaande zon en zagen diezelfde hoogstaande zon weerspiegelen in uitgestrekte meren. Het waren lange ritten, maar ze waren het meer dan waard. In onze ogen dé beste manier om Marokko te leren kennen. We reden met de auto door omvangrijke olijvenplantages, waar de geur van olijven zich door de auto wrong. Het gekke is dat ik zowaar olijven heb leren eten gedurende onze vakantie. Bij ieder restaurantje krijg je vooraf een schoteltje met zwart en groen gekleurde olijven en tot mijn verbazing smaakten ze zo gek nog niet.
Na een lange, rechte weg waar de maximumsnelheid 100 km/h was, dook in de eerst volgende bocht ineens een tweetal politiemannen op. Ze zetten ons aan de kant en vroegen naar onze papieren. Eén van de twee mannen liet Sander uitstappen en vertelde dat hij over een doorgetrokken streep was gereden en 400 dirham (€40,-) moest betalen. Verbaasd liep Sander met de politieman mee naar de politiewagen en overhandigde hem het geld. Hij mompelde wat, gaf de helft van het bedrag terug aan Sander, maar schreef geen bon uit. We vonden het raar en vertrouwden er niets van. Achteraf gezien was het misschien een voorteken dat we ons hadden moeten omkeren en Fez hadden moeten vermijden. We wisten toen nog niet dat deze twee politiemannen de weerspiegeling waren van een deel van de bevolking die zich in Fez had gevestigd. Waar de overige politiemannen in de rest van het land (die in overvloed aanwezig waren naast de weg) ons vriendelijk begroetten, hadden deze twee mannen zeker andere bedoelingen. Toen Sander weer plaats nam in de auto, zei hij ook: "Ik heb nooit over die doorgetrokken streep gereden. Ik geloof er niets van". Verontwaardigd reden we verder en naderden we Fez. Niet wetend dat het daar voor ons alleen maar erger werd.
We overnachtten in een Ibis hotel, iets buiten de stad, gelegen tegenover een grote supermarkt à la Makro. Perfect om voor de komende dagen het een en ander in te slaan. Aangezien we op weg waren naar de woestijn en daar vast geen supermarkten te vinden zijn. We kochten onder andere een stokbroodje met kruidenboter, die we op een bankje in de zon opaten, terwijl we uitkeken over de oude medina. Tot dat moment was alles vredig en ongestoord.
Iets dat in Fez veel bezocht wordt zijn de tanneries, een plek waar dierenhuiden worden geprepareerd en worden geverfd om er vervolgens bijvoorbeeld leren tassen van te maken. We parkeerden onze auto op de dichtstbijzijnde parkeerplaats, waarop al gauw een oude man gekleed in een djellaba naar ons toe kwam gehold. Hij wilde ons begeleiden door de tanneries, maar ik weigerde dat. Ik bleef staan en vertikte het om met de man mee te lopen. Hij draaide zich om en vertelde dat hij geen gids was, maar een bewaker van de tanneries en dat hij ons alleen 'even' de weg ernaartoe zou laten zien. We liepen stagnerend achter hem aan. Ik vertrouwde er niets van en alles in mij zei dat de man niet deugde. We vroegen hem nog een aantal keer of het geen tour was en hij zeker te weten geen gids was. Hij schudde nee en hij bracht ons naar het balkon, vanwaar je op de tanneries keek. Door de kleine straatjes volgenden we de man en na een half uur keerden we terug naar de parkeerplaats. Net voor de parkeerplaats stopte hij en deelde ons mee dat we €15 p.p. dienden te betalen voor de tour. We keken hem aan, lachten hem vierkant uit en schudden ons hoofd. Hij kreeg geen rode cent van ons en ik liep voorop naar de parkeerplaats, waar we €1 betaalden voor het parkeren. De man werd nijdig en probeerden ons te intimideren door tegen onze auto te leunen, maar Sander bleef volhardend. Het grappige is dat wanneer je boos bent en je dat in het Engels wilt uiten, maar reageert vanuit emotie, er soms Nederlandse woorden de revue passeren. In een mengelmoes van talen was ik niet bepaald vriendelijk tegen de onaardige man. Sander gaf hem wat kleingeld, wat de man met een mooie bovenhandse strekworp in de nabij gelegen rivier smeed. Hij schold ons uit op een manier dat de gehele parkeerplaats het kon horen, maar ons liet het koud. Hij had de verkeerde mensen uitgekozen om op te lichten en dat had hij geweten. We reden de parkeerplaats af. Eerst stil, maar na een paar minuten lachten we in ons vuistje. De idioot! Op deze manier hadden wij in ieder geval in korte tijd al veel van de medina gezien en dat voor een paar kleine eurocentjes, die nu ondergewaardeerd dreven in het vieze, bruin gekleurde water.
Waar een ezel zich niet tweemaal aan dezelfde steen stoot, deden wij dat die dag wel. We hadden onze auto wederom geparkeerd en liepen te voet de medina in.
Het was een doolhof van kleine en smalle straatjes die slecht verlicht waren. Waar verdwalen in Chefchaouen onze grootste vriend was, was het in Fez onze grootste vijand. Gelukkig gaf maps.me alle straatjes goed weer en baanden we ons redelijk een weg door het doolhof. De souks in de media waren gesloten. Het was vrijdagmiddag en veel van de moslims waren aan het bidden. Toen we op onze telefoon onszelf wegwijs maakten, sprak een op het eerste oog vriendelijke jongen ons aan. In zijn loop vroeg hij of we verdwaald waren en waar we naar toe moesten. Hij wees ons de richting van de medina, we bedankten hem en vervolgden onze weg. Na een paar minuten kwam de jongen terug en liep hij een stukje met ons mee. Hij pakte het slim aan en tussen neus en lippen door vertelde hij dat er een uitzichtpunt was een stukje verder op. Hij moest ook die kant op en liep met ons mee, terwijl hij ons vertelde dat Fez 9400 straatjes telt en 300 moskeeën. Hij had leuke weetjes over de stad en Sander kon het goed met hem vinden. Hij verraadde zichzelf toen Sander vroeg wat voor een werk hij deed en hij antwoordde "Bij mijn andere werk, werk ik in een kapsalon". Andere werk? Dus je ziet dit ook als werk? Ik overlegde met Sander dat we meteen moesten stoppen. Dat ook deze jongeman het niet goed met ons voor had. Sander hield een verhaal op dat ik last had van mijn voeten en dat we zelf verder gingen lopen. Het werd voor de twee de keer een grimmige situatie. Hij wilde dat we hem 'goed' betaalde, maar bij mij was het geduld redelijk op. We gaven hem 50 dirham (€5,-), wat hij overduidelijk niet genoeg vond, maar in ons beste Engels deelden we hem mee dat we er niet van gediend waren en dat het graag of niet was. Waarop hij snel het geld aanpakte en verdween. De weg naar de auto heb ik niemand aangekeken en alle pogingen van mensen om met ons in contact te komen afgeslagen. Ik was er hélemaal klaar mee. De ervaringen die je opdoet in een stad en de mensen die je ontmoet, vormen je mening en onze mening over Fez was niet best. We waren een ervaring rijker, maar het had ons beeld van Fez erg beïnvloed. Misschien als de souks geopend waren, en we de twee mannen niet hadden ontmoet, dat we een hele andere mening hadden gevormd. Maar voor nu hebben we alleen de tip: mocht je ooit Marokko bezoeken en heb je geen weken de tijd, sla Fez dan over!




Maak jouw eigen website met JouwWeb