Mirissa
Donderdag 21 november 2019
Na weer een avond onder de sterren en een nacht in onze legergroene glamping tent, was het tijd voor zon, zee en strand. We lieten het nationale park achter ons en maakten ons op voor de laatste dagen relaxen en zand tussen onze tenen. Sander startte de tuktuk en vol goede moed begonnen we aan onze tocht. Zoals altijd in het verkeer ben je afhankelijk van andere weggebruikers en zit een ongelukje in een kleine hoekje. Dat bleek maar weer toen een scooterrijder voor ons, zonder om te kijken, zijn stuur naar rechts trok. Doordat op de andere weghelft net een busje bezig was met inhalen, konden wij geen kant op. Sander probeerde te remmen, maar schampte de spiegel van de scooter. Het scheelde niet veel of we waren slechter af geweest. De adrenaline gierde door mijn lichaam. Toen we de tuktuk langs de weg parkeerde en richting de scooterrijder liepen, verzamelde algauw een hoop mensen zich rondom de scooter. De scooterrijder lachte wat ongemakkelijk, maar had verder niet veel te zeggen. Nadat we zagen dat hem niets mankeerde, stapten we in onze tuktuk, die gelukkig ook niet mankeerde, om de weg te vervolgen. Langs grote uitgestrekte meren reden we steeds verder naar het zuiden. Het lage stilstaande water weerspiegelde de heldere lucht, waardoor de wereld groter leek. Oneindig zelfs. Het was een kleine vier uur rijden naar Mirissa en daarom besloten we om de rit te onderbreken in Tangalle, voor een goede lunch en een frisse duik. We zaten net aan ons eten, toen Daniel het terras op stapte. Uit de honderden restaurants en tientallen badplaatsen, had hij net die ene gekozen waar wij ons bevonden. Toeval bestaat niet! Zo ontmoetten we elkaar voor de tweede keer. We lunchten samen en luisterden nog één keer naar zijn interessante en wereldse verhalen. Wij schudden hem de hand en hij maakte nog een foto van ons in de tuktuk. Als herinnering, aan "the crazy Dutch people", zei hij lachend. We beloofden hem dat als we ooit India zouden bezoeken, we hem zouden contacten en boden ons huis aan, voor als hij een keer in Nederland was. We hadden zoveel mooie, bijzondere en unieke mensen ontmoet op onze reis en waren dankbaar voor alles wat ze ons leerden. We hadden geen hotel geboekt in Mirissa en kwam na en lange rit vermoeid aan in het aangename stadje op het uiterst zuidelijkste puntje van Sri Lanka. We klopten bij een aantal hotels aan, maar de vermoeidheid en de warmte sloeg al snel neer op mijn humeur en ik had totaal geen zin meer om mijn tijd te verdoen met zoeken. We checkten in bij het eerste beste hotel met zwembad, pal tegenover de bekende coconut tree hill. Een prima plek, voor een prima prijsje. Ik was blij! Waar we in de rest van Sri Lanka soms echt wel op zoek moesten naar lekkere en goede restaurants, omdat veelal alles op straat werd aangeboden, was Mirissa een verademing. Een uitgestrekt strand met tientallen houten stoeltjes en tafeltjes, afgewisseld met heerlijke zitzakken en dat alles verlicht met sfeervolle lampjes. We namen plaatst bij het restaurant met de meeste lichtjes en perfect aantal klanten. Niet te druk, maar ook zeker niet te rustig. Ze serveerden onze drankjes en langzaam begon het steeds meer te druppelen. De kleine, lichtje druppeltjes, veranderde algauw in grote zware druppels en na enkele minuten kwam het met bakken uit de hemel. We pakten onze drankjes en holden naar het balkon, waar we hoog en droog zaten. We bestelden wat eten, maar keerden na het plaatsen van de bestelling toch weer terug naar onze plek op het strand. De ober achtervolgde ons nauwlettend met ons tafelbordje, zodat we niet onder onze betaling uit zouden komen. Niet dat we dat van plan waren; je betaalt notabene toch maar een dubbeltje voor een drie-gangen diner, maar het was een grappig beeld. In het donker reden we terug naar het hotel, waar we ons opmaakten voor een goede nacht.
Vrijdag 22 november 2019
Een korte nacht dat wel. De bekende cocunut tree hill was slechts honderd meter van ons hotel verwijderd en voor de perfecte foto wilde ik wel mijn wekker zetten. Sander deed braaf mee, maar of hij er echt genoegen aan beleefde weet ik niet. De zon scheen zijn oranje gekleurde stralen door de lange, dunne palmbomen en verlichtte zo de heuvel. Het was half 6 in de ochtend en de mensen in Mirissa lagen nog op één oor. Althans dat was wat wij dachten. Niet alle mensen in Mirissa lagen op één oor, want een groot aantal had hetzelfde over voor die ene perfecte foto als wij. Het was druk op de heuvel. Een groep van 15 personen was net zo gek als wij en lachte opgetogen naar de camera. We wreven de slaap uit onze ogen en probeerde tussen de groep mensen een plekje te veroveren. Op iedere foto poseerde een andere toerist in het beeld en die perfecte foto was zo perfect niet meer. Ik had het al snel gehad en plaatste het lenskapje terug op de lens. We liepen rond over de heuvel en zagen hoe hij steeds meer verlicht werd door de opkomende zon. Er kwamen steeds meer mensen de heuvel opgelopen en toen de heuvel rijkelijk bezaaid was met toeristen, gingen wij er snel vandoor. Een goed moment voor het ontbijt, dachten we zo. We schoven onze stoel aan en verwende onszelf met alles wat het buffet rijk was. De pannenkoekjes met kokos bleven onze favoriet en waren dan ook in grote getale op ons bord aanwezig. De buik zat vol. Klaar om de dag te starten en een poging te doen om al het lekkers er weer af te trainen. We reden met de tuktuk naar Weligama Beach. Een langgerekt strand, waar in de zee tientallen surfers hun best deden om de golven de baas te zijn. Ook Sander wilde weer een poging wagen en huurde voor een uur een surfbord. De golven waren hoog en de stroming was erg sterk, waardoor staan al een hele opgave was. Hij deed poging na poging, maar slaagde er niet in om zijn voeten voor langere tijd op het bord te plaatsen. Met rode ogen, meer een brede lach keerde hij terug naar de handdoek. Niks kon zijn humeur bederven en zeker een paar hoge golven niet! Toen Sander op adem was gekomen reden we richting Secret beach. Een kleine baai, waar een handje vol toeristen zich liet kleuren door de zon. Zo secret als de naam doet vermoeden, was het dus niet, maar de baai was zeker de moeite waard. We parkeerde de tuktuk boven aan de weg, waar een oude man jonge kokosnoten probeerde te verkopen. Hij vroeg ons of wij een kokosnoot wilden en voor een euro hakte hij de bovenkant eraf en kregen we er een rietje in. Normaliter smaakt het heerlijk, zo'n jonge oranje kokosnoot, maar deze kreeg algauw een nare bijsmaak. De oude man probeerde ons geld afhandig te maken, door geld te vragen voor de parkeerplaats van onze tuktuk. Het was een openbare weg en we hadden gelijk door dat hij geld aan ons probeerde te verdienen. Ik had zin om de kokosnoot tussen de zijne te werpen, maar daarentegen parkeerde wij de tuktuk 10 meter verderop. We hadden geen zin in gedoe of lek gestoken banden, dus negeerde de man daarna volledig. Via een smal pad liepen we de baai tegemoet en toen we terug kwamen na onze verkoeling, stond de tuktuk onaangeroerd op de 'gratis' parkeerplek. Het is ons zeker niet om het geld te doen, die paar euro kunnen we prima missen, maar het idee dat je wordt opgelicht vinden mijn hersenen toch moeilijk te accepteren. Welk land je ook bezoekt en hoe vriendelijke het merendeel van de bevolking ook is, in ieder land vindt je ze.. Bruin, kwets en omringd door vele kleine fruitvliegjes. Rotte appels noemen we ze. Ze kunnen de sfeer behoorlijk bederven, maar na een aantal reisjes laten wij ons dat niet meer gebeuren. We calculeren het in. Houden er rekening mee dat we een klein percentage van ons geld kwijt zijn aan de rotte appels van het land en het enige wat we doen is hopen dat ze er gelukkig mee zijn. We reden terug naar het hotel en waren van plan het zoute water er in het zwembad van af te spoelen. Net nadat we de eerste duik gemaakt hadden, kleurde de lucht boven ons zwart. Het begon te rommelen en we zagen de kringen in het chloorwater verschijnen. Het regenseizoen was aan zijn einde, maar in het zuiden van het land ging het er aan het eind van de middag toch nog hevig op. Vaak van korte duur, maar toch rende we met onze spullen onder onze armen de lobby van het hotel binnen. Waar het eerder met een uurtje droog werd, bleef het slechte weer aanhouden. We hadden afgesproken om met Kim en Alex, het stelletje uit Maleisië, uit eten te gaan, maar twijfelde nog even of we dit niet moesten cancelen. Het waaide hard en vanaf het balkon zagen we het stormen. We appten Alex dat we ze bij hun hotel me de tuktuk zouden oppikken en zo gezegd zo gedaan. De straten stonden blank en de ruitenwissers konden de regendruppels niet bijhouden, maar Sander bracht ons veilig naar het restaurant. We bestelden een portie gamba's en een red snapper en kletsen de hele avond voluit. Kim en Alex waren ontzettend leuke mensen en goed gezelschap om een avondje mee door te brengen. We praatten over de verschillen tussen onze landen en culturen en kwamen steeds meer te weten over elkaar en elkaar's land. Het was een perfecte avond, die nog uren had mogen duren. Maar na het toetje zetten we ze af bij het hotel, schudde ze de hand en deelden onze gegevens uit. Wie weet, dat we ze ooit op een dag kunnen opzoeken in Maleisië!

















Unawatuna - Galle
Zaterdag 23 november 2019
De tijd vloog voorbij. We lieten de eerste badplaats achter ons en reden in een uurtje na de volgende. We hadden een mooi hotel en toen we zaten te wachten in de lobby, hoorden we een bekende stem. Onze tandarts uit Guam was bezig met uitchecken en toen hij zich omdraaide, zwaaiden we hem goedendag. Daniel had al bewezen dat toeval niet bestaat, maar ook Jay overtuigde ons. Hij adviseerde ons nog om de bovenste kamer met zee-zicht te vragen en vervolgde toen zijn weg. Vanaf ons balkon hadden we uitzicht op de vuurtoren in het Galle fort en keken we uit over de baai van Dewata beach. Een groep van 30 mannen haalde de vis van de dag binnen door een groot net uit de zee te halen. Op drie trokken ze het net steeds meer na zich toe en het duurde uren voordat de vis zich op het droge bevond. We namen een kijkje en met ons een groot aantal andere mensen, die nieuwsgierig bekeken wat er die avond op de markt te koop was. De verse vis werd namelijk 's avond in de marktkraampjes langs de weg verkocht en vanuit onze hotelkamer hadden we er zicht op. Het was een mooi gezicht hoe de mannen, vaak familie van elkaar, samen de vis naar binnen haalden en hoe ze eerlijk de buit verdeelden. We hadden onze zwemkleding al mee en na het binnenhalen van de vis, reden we naar Jungle beach. Misschien wel het leukste strand tot nu toe. Niet te groot, maar met een leuke sfeer. De hele middag brachten we door aan het strand en omdat het weekend was, was het er behoorlijk druk met lokale mensen. Ze noemen hun weekend zelf 'holidays' en gaan er met de hele familie op uit. Naar het strand of naar een tempel? Iedereen mag mee! Het was leuk om te zien hoe ze zich vermaakten met kastelen bouwen en lummelen met de bal, dus tussen het zwemmen door lieten we ons entertainen door de jongelui. Het einde van de middag brak aan en onze magen begonnen te knorren. We reden met de tuktuk naar de supermarkt waar we in het kleine restaurantje een paar broodjes bestelden. We namen plaats aan de tafel en na een paar minuten vergezelde een stel op leeftijd ons. Buiten regende het hard en om de bui af te wachten besloten ze aan ons tafeltje de tijd te dooien. De vrouw verontschuldigde zichzelf en vroeg of ze mocht weten wat ons naar Sri Lanka had gebracht. Al snel kwam het gesprek op gang en waren ze de bui vergeten. Michael was een oude man, met slechts enkele tanden in zijn mond. Hij was zijn hele leven zeeman geweest en vertelde over de havens die hij had bezocht en de ondeugd die hij had uitgespookt. Iedere keer wanneer hij een gesprek begon, maakte Otula zijn zinnen af. Otula was een oude vrouw, met lange grijze haren. Ze sprak goed Engels en had haar leven lang voor de klas gestaan. Wanneer Otula Michael's zin af maakte, bromde hij gefrustreerd haar kant op. Ze kibbelden heerlijk en waren een écht getrouwd stel. Ze waren verhuisd naar Unawatuna en gaven ons nog een paar tips mee voor de komende dagen. Het was buiten al lang weer droog, maar het interessante gesprek zorgde ervoor dat we aan het tafeltje bleven zitten. Ruim een uur hebben we met het oude stel gepraat over van alles en nog wat, midden in de supermarkt. Weer hadden we zulke bijzondere mensen ontmoet. Mensen aan wie we een voorbeeld konden nemen. Waar zo'n supermarktbezoek wel niet goed voor kan zijn...
Zondag 24 november 2019
We moesten van ver komen. De diepe slaap waarin we verkeerden was dieper dan die op de gehele vakantie ooit geweest was. We rekten onszelf uit en deden dat beide niet geruisloos. Wat een heerlijk gevoel is dat. Gewoon ordinair uitrekken, zodat je het voelt in je kleine tenen. In een lange tijd hadden we geen ontbijt bij het hotel geboekt en hoewel het heerlijk is om ‘s morgens aan te schuiven, kwam het omelet onderhand wel mijn keel uit. We hadden de dag ervoor wat kleine yoghurtjes gehaald en aten deze op, op ons balkon. Deze ochtend zou een culture worden. Een ochtend vol historische feitjes en informatie waar we veel van zouden leren. Met de tuktuk reden we onder een stenen brug het fort binnen. Het Galle fort. Een fort gebouwd door de Portugezen en overgenomen door de Nederlanders. Het barst er van de Nederlandse woorden en invloeden. Toen we een Nederlandse protestantse kerk bezochten, kwamen we dan ook de één na de andere Nederlandse naam tegen. Het blijft grappig als je aan de andere kant van de wereld bent en Nederlandse woorden leest of hoort. Het is alsof je op een plek waar je het totaal niet verwacht een oude bekende tegen het lijf loopt. We reden met de tuktuk langs de Nederlandse kerk, het Nederlandse ziekenhuis en eindigden bij het lighthouse. Een relatief kleine, wit gekleurde vuurtoren verscholen tussen palmbomen. Het was fijn om tussen al het strandhangen door toch ook wat 'actiefs' te doen. Al was het maar voor een paar uur. Na het fort reden we door naar een lagoon ten hoogte van het Dalawalla beach. Het was een watervlakte tussen het strand en een hoger gelegen wal, waardoor er geen golven waren en het laagstaande water zich nauwelijks bewoog. Er zwommen meters grote schilpadden, op zoek naar kleine struikjes zeewier. Het was een bijzondere ervaring om samen met de grote schilpadden, die vaak al tientallen jaren oud waren, mee te zwemmen. Ik hoor je denken: "die beesten kunnen toch heel hard bijten?". Ja, dat kunnen ze! Ze bijten door koraal heen alsof het niets is, maar zolang je genoeg afstand houdt, zullen ze je niet zo maar aanvallen. Respect voor het dier en zijn omgeving is het sleutelwoord. Doordat de lucht zo helder was en er bijna geen wolken in de lucht hingen, beloofde dat veel goeds voor de zonsondergang. Vanaf ons balkon hadden we het perfecte uitzicht op ondergaande zon en om kwart voor 6 zaten we dan ook in volle verwachting op onze verlenging van de hotelkamer. Met mijn camera in de aanslag was ik klaar om de felle oranje zon de aandacht te geven die hij verdiend. Het was een prachtig gezicht. De zon die steeds veranderde van kleur en de lucht die hem gekopieerde. Het werd langzaam donker en de lampen in de viskraampjes gingen aan. De verkoop was begonnen. Het hele stadje liep uit naar de vismarkt. Als toeschouwers op de eerste rang keken we hoe ze onderhandelde over de vangst. Een betere voorstelling hadden we niet kunnen wensen.




















Hikkaduwa
Maandag 25 november 2019
Onze laatste badplaats was alweer een feit. De vier weken waren voorbij gevlogen, hoewel we hadden genoten van ieder moment. Bij ieder bijzonder moment hebben we bewust stilgestaan en ons dankbaar gevoeld voor het feit dat we het mochten meemaken. We hadden veel gezien de afgelopen vier weken en vaak herinnerden we onszelf eraan door onze top tien te bespreken. De top tien van meest bijzondere momenten en leukste activiteiten. Veelal betrapten we er onszelf erop, dat we na een week al niet meer wisten wat we de week ervoor gedaan hadden. We moesten diep graven. Doordat je zoveel bijzondere dingen meemaakt, in een relatief korte tijd, zijn er soms momenten die je sneller dan je zou willen ontgaan. Dat is waarom ik verhalen schrijf. Om al die kleine momenten, die speciale herinneringen te koesteren. Zodat we over vele jaren, wanneer we het terug lezen, denken: "Oja, dat was bijzonder!". De laatste dagen van de vakantie hadden we niet veel actiefs gedaan. Lezen, zwemmen, zonnen waren onze dagelijkse bezigheden. Dat zou bij het laatste hotel niet veel anders worden, maar daar wilde ik een nieuwe bezigheid toevoegen: niets doen! Echt even niets doen. Genieten van de zoute lucht, het geluid van de golven en de stilte in mijn hoofd. Ik sloot mijn ogen en luisterde hoe golven met geweld neersloegen in de branding. Voor even dacht ik nergens aan. Precies hoe een maandag hoort te zijn. Geen stress van werk. Geen gedachtes over wat vanavond nou weer te eten. Geen keuzestress, uit de vele zenders op de televisie. Nee even gewoon niets. De hele ochtend bracht ik door met niets doen en het beviel me perfect. We hadden een luxe hotel, met zwembad op het strand. Zo kon je vanuit de zee het zwembad in en andersom. Vanuit ons balkon keken we wederom uit over de zee, die van bovenaf vele malen groter leek. We hadden het goed voor elkaar. Na de hele dag chillen reden we met de tuktuk naar Sea Salt Society. Een hippe tent, met fantastisch lekker eten. Het was ons eerste bezoek, maar zeker niet onze laatste en met een volle buik keerden we terug bij ons hotel: At Ease Beach.
Dinsdag 26 november 2019
Ik zou een heel verhaal kunnen schrijven over wat we die dag gedaan hebben. Dat we een boek lazen, zwommen en dat we niets deden. Luisterden naar het geluid van de zee, want meer was het net namelijk niet. We aten wederom bij Sea Salt Society, maar dat was dan ook het enige uitstapje van die dag. We kwamen tot rust. Hadden de hele vakantie van alles gezien en gedaan en hoewel dat beter bij ons past, dan 4 weken niets doen, was het heerlijk om op deze manier af te sluiten. We keken terug op vier fantastische weken en een waanzinnig mooi land. Met vriendelijke mensen, onbeschrijfelijke natuur. De coolste treinreis en actieve hikes. Het had cultuur, maar ook ontspanning. Strand en mooie tempels. Het had heerlijk eten en nog lekkere verse juices. Het was goed te bereizen, met eigen tuktuk, openbaar vervoer of een privéchauffeur. Het had alles, voor iedereen. Die laatste dag gebruikten we vooral om alles op ons in te laten werken. Het was een fantastische tijd, maar misschien wel het bijzonderste moest nog komen...






Woensdag 27 november 2019
We zeiden Hikkaduwa vaarwel en maakten ons klaar voor een lange tocht. Het was een goede vijf uur rijden naar Colombo en omdat het verkeer rond de hoofdstad steeds drukker werd kon het wel eens nog langer gaan duren. We vertrokken daarom vroeg. Het plan was om onderweg ook nog een stop te maken bij het Tsunami monument, dus we hadden geen tijd te verliezen. Om 16:00 uur hadden we afgesproken bij Asanka te arriveren en uit beleefdheid deden we er alles aan om die afspraak na te leven. Na een klein uurtje rijden stopten we bij een metershoog wit boeddha beeld. Het monument van de Tsunami, die in 2004 Sri lanka trof. Het had de hoogte van de tweede golf, die maar liefst 16 meter was. Het had een groot deel van Sri Lanka verwoest en hoewel het vrijwel niet meer zichtbaar was, had het toch de nodige sporen achter gelaten. In een kleine kamer naast het monument zaten twee mannen voor een fotowand. We liepen naar binnen en al snel begon één van de twee mannen ons uitleg te geven over wat er 26ste december gebeurd was. De foto's waren heftig; niet gecensureerd, waardoor je de lichamen tussen autowrakken en bomen zag liggen. Het was de kei harde waarheid. Er stond een glazen box waarin je geld kon doneren voor de kinderen die hun ouders door de tsunami verloren waren. Iets in mijn achterhoofd twijfelde of het wel echt daar zou komen, waar de twee mannen zeiden dat het kwam. We gingen uit van de goedheid van de mens en gooiden een groot bedrag door de sleuf. We reden door richting het noorden, stopten onderweg nog voor een broodje in de plaatselijke supermarkt en kochten wat speelgoed voor de twee kinderen van Asanka. Na een scherpe bocht, werden we staande gehouden door de politie. Hij zette ons aan de kant en liet op de laser zien dat we 14 kilometer te hard hadden gereden. We baalden flink en Sander liep met zijn rijbewijs mee met de agent. Toen hij terug kwam en vertelde welk bedrag hij had moeten betalen, viel mijn mond open. Het was in verhouding veel te veel voor Sri Lankaanse begrippen en omdat we de hele reis al merkten dat de lokale bevolking niet weg was van de politie, kreeg ik argwaan. Ik vroeg een voorbijganger hoeveel de boetes in Sri Lanka bedroegen en hij antwoordde dat de max wel echt 3000 ruppie was. De 5000 die wij betaald hadden was dus grote onzin en met stampvoeten liep ik terug naar de agent. Ik probeerde in mijn beste Engels, de beste man te vertellen wat voor een corrupte pannenkoek hij was en eiste een deel van het geld terug. Hij verstond er niets van en belde een collega op het bureau. Die hij in zijn taal natuurlijk al lang verteld had wat de situatie was. De man aan de telefoon sprak Engels, maar door zijn voor informatie speelde hij mee met de agent. Sander legde uit dat omstanders ons hadden bevestigd dat er niets van klopte en ik deed net of ik de namen van de agenten in mijn telefoon noteerden. Uiteindelijk kregen we 2000 ruppie terug en een vriendelijke handdruk van de agent. Niet dat het daarom te doen was, maar die onrecht kan mijn hoofd niet verwerken. Er ontstaat dan een kleine kortsluiting, die ik niet kan negeren. Later hoorden we van Asanka dat je nooit direct betaalt aan een agent, maar een bon krijgt die je op het hoofdbureau in Colombo afrekent. Die 3000 ruppie had hij dus duidelijk in zijn eigen zak gestoken.
Hoe dichterbij we bij Colombo kwamen, hoe drukker en chaotischer het verkeer werd. Met klotsende oksels manoeuvreerden we onszelf door de bussen, vrachtwagens en honderden tuktuks. Het verkeer in Colombo is een groot probleem. Het openbaar vervoer is slecht geregeld, waardoor iedereen met zijn eigen auto gaat. Echter zie je als je bij een auto naar binnen kijkt altijd één persoon in het voertuig, want carpoolen kennen ze niet. Het resulteert in duizenden auto's die zich de gehele dag in files door de stad verplaatsen. Het voordeel van een tuktuk is dan dat je nog redelijk wendbaar bent en je vrij eenvoudig ergens tussen drukt, maar veiliger is het niet. Het was half 4 en de navigatie zei dat we er bijna waren. Toen we langs de eerste Mac Donalds reden die we in Sri Lanka gezien hadden en het bordje 'Drive thru' zagen staan, konden we daar niet blindelings langs op rijden. Met onze eigen tuktuk kwamen we aan bij het eerste loket, waar we voor de fun een aardbeien milkshake bestelden. Als je dan toch je eigen tuktuk hebt, is de afslag McDrive wel een verleidelijke keuze. Precies om 16:00 uur arriveerden we bij het adres van Asanka. Het was een nette, dure wijk en het huis waar we aanbelden loog er niet om. Asanka opende de roldeur van de oprit en na het parkeren van de tuktuk, leidde hij ons rond door zijn huis. De kinderen waren boven aan het spelen en Marlene was nog op haar werk. Hij liet ons hun trouwboek zien en vertelde over het begin van hun relatie. Hoe ze elkaar ontmoet hadden en hoeveel moeite zijn familie had met de keuzes die hij had gemaakt. Zijn moeder was boeddhistisch en vooral zij had in het begin bezwaar tegen hun relatie. Zijn christelijke vader had er minder moeite mee. Ondanks dat zijn moeder niet achter het huwelijk stond koos hij er wel voor. Ze leerden Marlene steeds meer kennen en uiteindelijk waren beide families compleet op de bruiloft. Het was een mooi gezicht hoe de twee culturen gemengd waren op de trouwfoto's en hoe de westerse bruiloft gemixt was met de typische Sri Lankaanse gewoonten. Marlene kwam thuis en de kinderen kwamen samen met de dienstmeiden naar beneden. We gaven ze het speelgoed, die ze toen nog verlegen aannamen. De dienstmeiden pasten op de kinderen, maakten het huis schoon en kookten voor de familie. Voor de één een luxe, maar voor de anderen een kans om het bij een relatief rijke familie het goed te hebben. Wij hadden een eigen kamer en zelfs een eigen badkamer, die ze hadden ingericht voor als de moeder van Marlene hen kwam bezoeken. In de tuin was een groot zwembad en de kinderen vroegen algauw of we samen met hen een duik wilden nemen. Ze kwamen steeds meer los en durfden steeds meer contact met ons te zoeken. Ze waren beide onder de 5 jaar en barsten van de energie, maar na een uurtje zwemmen begonnen ze steeds meer in hun ogen te wrijven. Na een warme douche bracht Marlene de kinderen naar bed en maakten wij ons op voor het diner. De dienstmeiden hadden heerlijk en uitgebreid gekookt. Typisch Sri Lankaans eten en we mochten zelfs met onze handen eten. Marlene at nog westers met mes en vork, maar Asanka liet ons zien hoe de lokale mensen hun eten naar binnen krijgen. Het eten was heerlijk en meer dan genoeg. We werden zo goed verzorgd dat we ons er bijna schuldig over begonnen te voelen. We bedankten ze vaak voor hun gastvrijheid en vertelden ze dan hoe vereerd en dankbaar we ons voelden. De hele avond kletsten we over Nederland, Frankrijk en Sri Lanka. Over hun leven en die van ons. Het was leuk om na de vier weken vakantie in Sri Lanka, meer informatie te krijgen over het land en antwoorden op vragen die waren ontstaan. Rond elf uur gingen we naar bed. Asanka en Marlene moesten de volgende dag enkel in de ochtend werken, dus we spraken af om in de middag samen de stad te verkennen. We sliepen heerlijk, maar toch bleef het een gek gevoel dat we op bezoek waren bij mensen die we eigenlijk helemaal niet kenden.
Donderdag 28 november 2019
We werden wakker in een vreemd huis. Marlene en Asanka waren naar het werk en de dienstmeiden waren alweer druk in de keuken. De tafel was gedekt en toen we plaats namen, kwamen één van de dienstmeiden aangesneld. Ze zette koffie en thee en maakte overheerlijke crêpes voor ons. Marlene en Asanka hadden een vriend in Rotterdam wonen en af en toe stuurde hij nog wel eens een Nederlands pakketje op. Toen de vlokken op tafel verschenen voelde dat vertrouwd. Na het ontbijt zetten we zelf onze borden op het aanrecht. Het zat niet in ons systeem om dat door andere mensen te laten doen. We namen een duik in het zwembad en kregen van de dienstmeid nog een verse juice aangeboden. Voor een dag voelden we ons net de koning en koningin. Asanka en Marlene keerden rond 11 uur naar huis en ook de kinderen hoefden in de middag niet naar school. Toen Marlene nog even een powernap deed, vermaakten wij in de tuin de kids. Ze hadden de tijd van hun leven en Asanka keek trots hoe de kinderen met ons omgingen. Joshua de oudste, was lichtelijk autistisch en had altijd het gevoel nergens bij te horen. Hij was moeilijk in contact maken, maar daar was niets meer van te merken. Sander voetbalde met ze en ik rende achter hun fietsjes aan, om ze een duwtje in de rug te geven. We hadden een leuke tijd en toen ze voor een middagdutje naar bed gingen, reden wij met Asanka en Marlene richting het centrum. Je kon merken aan Marlene dat ze het fijn vond om zich weer even tussen westerse mensen te begeven. Zo kon ze even klagen over de gewoonten van de Sri Lankaanse mensen en kon ze het weer even hebben over westerse dingen. Het was een hele gezellige middag, waarin we in een paar uur alle must sees van Colombo aandeden. Ook brachten we een bezoek aan één van de hotels waar in mei een aanslag had plaatsgevonden. Nog steeds waren ze bezig met de opbouw van het restaurant, waar een man zichzelf met een bomgordel had opgeblazen. Het was één van de meest luxe hotels van Colombo en altijd vol met toeristen, maar na de aanslag was er geen enkele toerist meer te bekennen. Tegen een uur of vier probeerden we op huis aan te gaan, maar het verkeer was ontzettend druk. Waar we er de heenweg een kleine 20 minuten over deden, kwamen we nu pas na 2 uur thuis aan. Het was al half 7 en wij moesten met onze tuktuk nog door naar Negombo. De volgende ochtend ging onze vlucht en we moesten de tuktuk nog terugbrengen naar de verhuurder. Het was al donker en het regende hard. Het was niet heel ver naar Negombo, maar door het drukke verkeer deden we er 3 uur over. Hoewel de situatie niet ideaal was, was ons bezoek aan Marlene en Asanka het meer dan waard geweest. In het vliegtuig zouden we wel weer bijslapen, was onze insteek. Om tien uur kwamen we aan bij ons hotel. We hadden kunnen afspreken dat de tuktuk daar werd opgehaald en nadat we onze borg terug hadden, kropen we onder de dekens. Het was het hotel waar we de eerste nacht ook hadden verbleven en de manager was blij ons weer terug te zien. We werden meteen bestempeld als zijn vrienden en voor ons had hij het wel over om iets eerder het ontbijt klaar te maken. Onze vlucht vertrok namelijk vroeg en rond de klok van half 8 moesten we de tuktuk nemen naar het vliegveld. We zaten niet ruim in de tijd, omdat we er geen rekening mee hadden gehouden dat de tijd waarin wij met de tuktuk vertrokken, ook de tijd was dat alle kinderen naar school moesten. We kwamen een half uur voor boarding-tijd aan op het vliegveld en de stress begon al redelijk snel toe te slaan. We zagen rijen met mensen staan voor de bagagecheck en ik kreeg het al Spaans benauwd. We gingen toch niet onze vlucht missen... We trokken onze stoute schoenen aan en vertelden een medewerker dat we nog maar weinig tijd hadden tot ons vliegtuig vertrok. Zo renden we langs alle rijen op en kwamen we net op tijd aan bij onze gate. Dat was me een avontuurtje wel. Niet dat we het erg hadden gevonden om nog een paar weken langer te blijven, maar een vlucht missen was niet bepaald onze intentie. Wat waren we opgelucht toen we op onze stoelen plaats namen in het vliegtuig en toen we zagen dat de stoelen naast ons niet bezet raakten, kon de lol helemaal niet op. Languit heb ik die terugvlucht op de stoelen gelegen. Dromend over onze reis en alle mooie momenten die we hadden meegemaakt.










Maak jouw eigen website met JouwWeb