Sigiriya

Woensdag 7 november 2019

De aanslagen in mei en het faillissement van Thomas Cook hebben er voor gezorgd dat vele toeristen Sri Lanka passeren.  De toeristen zijn op twee handen te tellen en om die reden is de concurrentiestrijd tussen de locals losgebarsten.  Er werden vernuftige plannen gemaakt om toch nog geld te verdienen aan de enkele toeristen die er waren. Zo had de buschauffeur ons bij instappen al gespot en stapten er net voor Sigiriya een man in de bus. De zogenaamde neef van de chauffeur. Waarschijnlijk gewoon een vage bekende, die de prijs met hem wil delen, maar à la. Sander kan de weloverwogen plannen van de 'ondernemers' wel waarderen, dus we hoorden hem aan.  Het was een goed verzorgde jongeman met een vrolijke glimlach. Hij sprak goed Engels en vroeg ons wie wij waren en wat onze plannen waren voor de komende dagen. Al snel werd ons duidelijk dat hij een eigen tuktuk had en ons de komende dagen wel wilde rond touren. Als een soort van privé chauffeur.  Wel voor een 'special price' natuurlijk. We zetten geen dingen vast, maar vroegen hem ons wel naar ons hotel te brengen. Hij gaf ons zijn nummer en we zouden hem contacten, indien we plannen hadden gemaakt. Een goede deal. Het was een slimme jongeman, die waar de andere tuktuk-chauffeurs langs de kant van de weg in een rijtje gaan lopen wachten tot er iemand langs komt, zelf het initiatief probeerde te nemen. Dat konden we wel waarderen. Hij zette ons af bij het 'Sigiriya hotel' waar we hartelijk ontvangen werden.  Onze tassen werden getild, twee heerlijke welkomstdrankjes werden geserveerd, tezamen met twee koude schone opgerolde handdoekjes, waarmee we onszelf konden verfrissen. Het was een waar oord.  Dat hadden we goed uitgekozen. Na enkele minuten kwam de hotelmedewerker terug met de mededeling dat hij onze boeking niet kon vinden. Ik liet de mail zien op mijn telefoon en hij keerde terug naar de balie, terwijl wij ondertussen van het uitzicht en ons drankje genoten. Het duurde een tijdje voor de man terugkeerde met mijn telefoon en vertelde dat we bij het verkeerde hotel naar binnen waren gestapt. Oeps. We voelden ons ontzettend dom, maar konden er stiekem ook wel heel hard om lachen. We bedankten ze vriendelijk en excuseerden ons  gegeneerd.  Op naar de buren.. Een vergelijkbaar hotel. Alleen dan genaamd: 'Sigiriya village'. Gelukkig wel even luxe en ook een prachtig uitzicht op de Lion Rock, waar Sigiriya bekend om staat. We zetten onze tassen in de hoek en genoten wederom van een verfrissend welkomstdrankje. We kregen (weer) een upgrade van onze kamer en  onze tassen werden op een houten karretje naar ons huisje gedragen. Hier konden we wel aan wennen. De kamer was perfect. Ruim, schoon, mét bad en ook nog een heerlijke stort douche.  We zwommen, hielden een Wellness dag in onze eigen kamer en  keken een filmpje op het grote bed. Mijn gemoedstoestand was inmiddels wat afgenomen en ik begon mij steeds meer en meer misselijk te voelen. Ik ben bang dat een koekje van de vriendelijke buschauffeur mij genekt heeft, waardoor ik die avond met buikpijn op bed lag.  De misselijkheid werd steeds erger, maar ondanks dat besloten we naar het gezamenlijke deel van het hotel te lopen, om aldaar aan te schuiven bij het buffet. Het buffet was voortreffelijk en de keuze was enorm. Sander schepte meerdere keren op, maar ik hield het bij een klein bolletje droge witte rijst. Met cola probeerde ik de misselijkheid weg te spoelen, maar zelfs dat hielp niet. De avond naderde en mijn buikpijn werd steeds erger. Om toch het optimale uit ons verblijf in Sigiriya te halen, appten we Nadee (de tuktuk chauffeur) en maakten we de afspraak dat hij ons de volgende ochtend bij het hotel zou oppikken. 

 

Donderdag 7 november 2019

De misselijkheid was nog steeds aanwezig, maar gelukkig bleef het bij vreselijke buikpijn en kon ik alles keurig binnenhouden.  Nadee verscheen netjes op het afgesproken tijdstip en vroeg meteen hoe het met mij ging. Hij bleek naast tuktuk-chauffeur ook stiekem een kleine kwakzalver.. Hij adviseerde een shot hele sterke koffie en een bekertje geperste citroensap.. Ik heb het later die dag allemaal geprobeerd, maar niets hielp.  Mijn maag rommelde, dus ik kon de afleiding goed gebruiken. Nadee reed ons eerst naar de ingang van de bekende Lion Rock. Een ticket voor de Lion Rock is rond de 35 dollar en omdat veel toeristen deze rots willen beklimmen is het er goed druk.  Nadee vertelde ons dat de koning die de Lion Rock bouwde meerdere maatregelen had getroffen, zodat de indringers niet zouden binnen dringen. Zo zagen we een muur rond het terrein en een beek, waar zich vroeger meerdere krokodillen in bevonden. Bovenop de Lion rock was een groot waterreservoir, die de koning kon laten stromen, om zo de beek met krokodillen te laten overstromen. De krokodillen konden dan het land op komen om de indringers aan te vallen.  Geïnteresseerd luisterden we naar  de verhalen die Nadee vertelde.  Doordat hij goed Engels sprak was het goed te volgen en kregen we, zonder dat we de Lion Rock beklommen, toch een goed beeld van hoe het eruit zou moeten zien.  Toen de Britten Sri Lanka overnamen en ook de Lion Rock tot hun eigendommen bestempelden, had de Lion Rock aardig wat te leiden. De Britten wisten namelijk dat de koning een paleis had gebouwd binnen in de Lion Rock en dachten deze te kunnen vinden in de kelder, dus ze begonnen te graven..  Ieder helder denkend persoon weet wat er gebeurd als je onderaan een gebouw begint te graven. Het stort in. Zo ook de Lion Rock.. Sander en ik vroegen ons al dagen af waarom hij de naam: Lion Rock droeg. De poten zijn zichtbaar, maar verder is er niets dat lijkt op een leeuw. Maar door Nadee's verhaal werd alles duidelijk. Het gezicht van de leeuw stortte na het graven ineen en werd totaal verwoest.  We reden door naar de voet van de Pidurangala, de rots die wij zouden beklimmen.  Het kost je 2,50 euro en je bent met een handje vol toeristen. Wat ons beide natuurlijk meer aansprak.  De klim is goed te doen, alleen is het laatste stuk behoorlijk pittig. Het grootste deel van de tocht klim je omhoog via trappen, maar het laatste stuk klim je via stenen omhoog en ben je soms zelfs genoodzaakt om van de ene steen naar een andere te springen. Bijna bovenaan zagen we een vrouw op leeftijd staan wachten op haar man. Zij durfde duidelijk de sprong niet te wagen. Het uitzicht was prachtig. Uit de uitgestrekte, groene jungle stak in de verte de Lion Rock zijn hoofd boven het maaiveld uit. De Pidurangala is van boven afgevlakt en je kan er vrijuit op lopen. Je krijgt zo een 360 graden beeld van Sigiriya.  Hoe hoger we kwam hoe beroerder ik me voelde en na het schieten van een paar plaatjes, bleef ik ineengedoken zitten. Ik probeerde mij te focussen op mijn ademhaling, maar de misselijkheid hield aan.  Eenmaal beneden had Nadee nog een heel plan met wat hij ons kon laten zien, maar ik verzocht hem vriendelijk doch dringend om terug naar het hotel te rijden.  De rest van de dag lag ik op bed en zat Sander aan het zwembad. Van het bed verplaatste ik mij in het warme bad en zo briggelde ik de hele dag rond.  Ik nam wat tabletten uit het etuitje dat mama had voorbereid, zonder echt te weten wat ze deden; als de misselijk maar wegging. Tegen de avond ging het steeds een beetje beter en kon ik zowaar een tweede bordje pakken bij het buffet. We genoten de avond van onze luxe kamer, in het veruit beste hotel dat we in Sri Lanka hebben gehad! 



Vrijdag 8 november 2019

De volgende ochtend bracht de broer van Nadee ons richting Dambula. De stad die nog geen 15 kilometer van Sigiriya vandaan ligt, was met de tuktuk snel te bereiken en voor we het wisten stonden we weer in de rook van uitlaatgassen en hoorden we enkel getoeter om ons heen. Niet bepaald ons ding en de keuze om er slechts één dag te verblijven bleek daarom de juiste. De hotelkamer was nog niet klaar en de hotelmedewerker vroeg ons plaats te nemen in de lobby. Wat nogal een misplaatst woord was, omdat het niet meer was dan een kamer met een tafel en vier banken. In het midden van de tafel lag een groot bordspel met zwart en wit gekleurde damstenen, een rode steen en een glad oranje schijfje. We hadden geen idee hoe we het spel moesten spelen en verzonnen onze eigen regels. Toen de hotelmedewerker terug kwam en ons zag spelen, moest hij lachen. Hij kon niet heel goed Engels, maar probeerde met zijn beste Engels uit te leggen wat de regels waren.  Het spel heette Carron en hij liet ons een filmpje zien van de finale van het wereldkampioenschap.  In een tragere en minder succesvolle variant speelden wij nog even vrolijk door,  tot de kamer gereed was. Het plan was om tegen het eind van de middag naar het Avukana Buddha statue te gaan; een 12 meter hoog  boeddha beeld, gehouwen uit steen.  Maar net toen we wilden gaan hoorden we meerdere knallen en rumoer op straat.  Meteen schoten de herinneringen van Nicaragua in mijn hoofd. Nieuwsgierig liepen we naar het begin van de straat, waar we een lange stoet van mensen voorbij zagen lopen. In hun handen droegen ze vlaggen en op hun hoofden hoeden en petjes. 16 november zouden er in Sri Lanka nieuwe verkiezingen plaatsvinden en net op de dag dat wij in Dambula waren, kwam één van de kanshebbers zijn speech voordragen. Iedereen had zich op straat verzameld en allemaal volgden ze elkaar naar het grote plein een paar minuten verderop. Sander wilde graag gaan kijken, maar aangezien de aanslagen van mei ook een politieke oorzaak hadden, was er ik er niet gerust op. Tegen mijn principe in liepen we tussen de lange stoet met mensen naar het plein waar duizenden mensen zich verzameld hadden. Vuurwerk knalden, rookbommen rookten en de mensen schreeuwden en zongen. Ik voelde mij er totaal niet veilig en wilde het liefst meteen weer terug. Sander probeerde mij gerust te stellen en even bleven we toekijken hoe de mensen de politiek leider aanbaden.  Het waren veelal mannen die op het event waren afgekomen en samen met vrienden dronken ze er aardig op los. Toen we terug liepen werd ik meerdere keren aangesproken, aangestaard en soms zelfs aangeraakt. De mannen waren hun rem kwijt en dat uitte in onrespectvol gedrag tegenover mij. Bizar om te zien wat alcohol met mensen doet. Het was de eerste (en ook wel de laatste keer) dat ik mij niet veilig voelde in Sri Lanka.  Acht dagen later bleek dat we die dag de nieuwe president van Sri Lanka hadden ontmoet en hoewel het niet mijn leukste moment was, was dat toch wel een grappig gegeven.  De boeddha van Avukana hadden we niet ontmoet, maar gelukkig hadden we speling in de dagen en was er morgen weer een nieuwe dag! 

 

Zaterdag 9 november 2019

De ochtend startte bij de lokale bakker, waar net als wij, vele lokale mensen hun ochtend begonnen. Achter de glazen vitrines lagen de diverse soorten broodjes uitgestald en de mensen achter de balie waren hard aan het werk om alle klanten te voorzien. We kozen vier verschillende soorten en met een roze gekleurde plastic zakje keerden we terug naar het hotel. Ook voor onderweg namen we een paar broodjes mee, want waar het ons gisteren niet gelukt was om naar Avukana af te reizen, deden we vandaag een tweede poging.  De hotelmedewerker regelde een tuktuk voor ons, die ons ophaalde bij het hotel. Het was een uurtje rijden en onderweg zagen we de boeren druk bezig op hun rijstveld. Ze groeven dijkjes om het water binnen te houden en ploegden het land om. Het seizoen zat er weer aan te komen en iedereen bereidde zich er op voor.  We waren de enige toeristen bij het boeddha beeld. Bijna de enige mensen. Eén man had net een mandje met droge rijst geofferd en bad op zijn knieën voor het grote beeld.  Het beeld was immens groot en de details waren er met superieure precisie in gehouwen. We namen de tijd om het grote beeld in ons op te nemen en keken toe hoe, na het vertrek van de man, een hond gulzig aan de droge witte rijst begon te smikkelen. We lachten en aangezien het om het gebaar ging, kon boeddha het vast waarderen.  We dwaalden een tijdje rond op het terrein en net toen we bedacht hadden te vertrekken arriveerden een bus vol met Duitse toeristen. We hadden het perfectie moment uitgekozen. Wie lieten de Duitse toeristen achter ons en stapten tevreden in de tuktuk. Via een andere route reden we terug naar Dambulla, waar we na het pakken van onze tassen, de bus namen richting Kandy.  We hoefden wederom niet lang te wachten tot er een bus arriveerde. De backpacks werden in een luik aan de achterkant van de bus gelegd en wij namen plaats op de achterste rij stoelen. Het was onze vierde busrit en wat dat betreft waren we 'groentjes' af. Toen de 'conducteur' van de bus ons extra wilde laten betalen voor onze backpacks, trapten wij daar dan ook niet in.  Anders dan de lokale mensen in de bus kregen wij namelijk geen ticket, wat er op duidde dat de grimmige jongeman zo maar een mooie prijs uit zijn mouw schudde. We vroegen specifiek om een ticket en weigerde te betalen voor de bagage, mits hij ons daarvoor ook een ticket kon geven. Natuurlijk kon hij dat niet en gefrustreerd liep richting de voorkant van de bus. De hele busrit durfde hij ons niet aan te kijken en bij het uitstappen hielp hij ons verlegen met het pakken van onze tassen. Als hij ook geloofde in Karma, stond hem een bad day te wachten..  Iedereen die in Sri Lanka het geld heeft om een bus te kopen, kan dit doen. Je koopt een bus, je kiest een traject tussen twee steden en rijden maar! Toen we dit hoorden vielen alle puzzelstukjes op zijn plek. Het gevaarlijk en roekeloos rijden, het over-behulpzaam zijn bij het instappen en de wachttijd tot er één arriveert. Iedere buschauffeur en zijn conducteur willen zo veel mogelijk mensen in hun bus en rijden als gekken om de concurrent voor te zijn bij de volgende halte. Tijd is immers geld. Het is gekkenwerk en de hoeveelheid bussen is om die reden oncontroleerbaar. Je moet nog net je bus aangeven bij de overheid, maar verder is het vrij eenvoudig. De bus waarin we naar Kandy reden was oud en versleten en de veerringen ontbraken.  We schudde en slingerde de wegen over en hielden ons stevig vast aan de leuning van de stoelen. Redelijk dizzy en versuft arriveerden we in het veeeel te drukke Kandy. De 200 meter naar het busstation in het centrum duurden bijna net zo lang als de hele tocht van Dambulla naar Kandy.  We lieten ons door een tuktuk afzetten bij het hotel dat we hadden geboekt, maar aldaar stond ons slecht nieuws te wachten. Bij het inchecken kreeg in een Engelssprekende vrouw aan de telefoon, die mij vertelde dat er een lekkage was in onze kamer.  Ze had ons eigenlijk al eerder willen bellen om het slechte nieuws te delen, maar om de een of andere reden was ze daar niet aan toegekomen.  Ze kon een ander hotel voor ons regelen, dat kilometers verder op lag, maar daar zaten wij niet op te wachten. We hadden het hotel juist geboekt om dichtbij het treinstation te verblijven en opperden om zelf wel wat te zoeken. We maakten gebruik van hun Wifi en speurden het internet af naar een goed alternatief. Een goed alternatief vonden we niet, maar wel een alternatief dat 100 meter van het treinstation vandaan lag. We besloten die kant op te lopen en ter plaatste te vragen of ze nog ruimten beschikbaar hadden.  De locatie was perfect, maar het 'hotel' was echt armzalig. We waren moe van de busreis en het last-minute zoeken naar een overnachting had daar geen positieve invloed op, dat we het voor lief namen en onze tassen op het versleten grondzeiltje neerploften.  We raakten aan de praat met een Engelse docent die in de kamer naast ons verbleef. Hij had een jaar op genomen en was de wereld rond aan het reizen. Een mini-pensioentje, nu hij er nog van genieten kon! Hij zat wat op zijn laptop en toen we hem vroegen wat hij aan het doen was, breidde ons vocabulaire zich uit. 'I'm dossing'.. We keken hem verbaasd aan, waarop hij begon te lachen. 'It means doing nothing', legde hij uit. Hij vertelde over de reis die hij had gemaakt en welke landen er nog op de planning stonden. Het slechte hotel deed hem niets te deren en hoe minder waarde hij eraan hechtte hoe makkelijker het voor ons werd om het te accepteren. In de avond liepen we via het Kandy Lake, naar de Hipsters Hideout Lounge; een hippe tent aan de andere kant van de stad.  Het was een sfeervol restaurant met een heerlijke jazzy sound op de achtergrond, twee grote buldogs die kwijlend rond en verrukkelijk eten.  Een heerlijke plek om een avondje te vertoeven. Voldaan en een beetje aangeschoten, liepen we terug naar ons hotel, waar we ons opmaakten voor een helse nacht.